25-08-2016
In de uitspraak van het KiFiD wordt door de Geschillencommissie een onderscheid gemaakt tussen wettelijke nazorg (art. 4:20 Wft) en aanvullende (bovenwettelijke) nazorg. Op zich is dit een begrijpelijk oordeel van de Geschillencommissie. Maar het standpunt van de adviseur, dat het verlenen van de wettelijke nazorg niet gratis hoeft, is zeker te rechtvaardigen. Het gratis (dus zonder vergoeding) verrichten van werkzaamheden hoeft van een opdrachtnemer niet verwacht te worden. Waar de Geschillencommissie op doelt, is dat de wettelijke nazorg een integraal en niet los te koppelen onderdeel is van het advies-en bemiddelingstraject van een hypothecaire geldlening.
Vijf stappen
In het standaard dienstverleningsdocument Hypotheekvraag staat beschreven wat een hypotheekadviseur voor de klant doet. Daarin staan vijf stappen beschreven. Van “Onderzoek naar de persoonlijke situatie van de klant” tot en met “Onderhoud”. In de dienstenwijzer en de opdrachtbevestiging wordt gespecificeerd aangegeven wat de klant van de adviseur mag verwachten én wat de klant daar voor dient te betalen. De wettelijke nazorg is dus als het goed is al in de (kost)prijs voor het gehele traject opgenomen.
Onvolledig traject
Het staat de adviseur noch de klant vrij om één of meer onderdelen uit het traject buitenspel te zetten. Dan ontstaat namelijk een onvolledig en gemankeerd traject dat op gespannen voet komt te staan met de wet- en regelgeving. De klant zal er dus van doordrongen moeten zijn (of: worden) dat in het in rekening te brengen bedrag –waarvan gespreide betaling slechts beperkt mogelijk is- ook de wettelijke verplichte werkzaamheden alvast begrepen zijn die in de jaren ná het kopen van de woning nog door de adviseur verricht moeten worden. Dit is dus geen keuzemogelijkheid van de adviseur of van de klant.
Alles of niets
Daarbij kan het helpen als aan de klant (meer) uitleg wordt gegeven waar deze werkzaamheden zoal op zien. De klant die in de beginfase oppert dat hij geen behoefte zou hebben aan nazorg en daar dus ook niet voor wil (of hoeft te) betalen, kan dus niet bediend worden door de adviseur. Het is een ‘alles of niets-pakket’ waarbij het opknippen en duiden van de diverse fasen is gedaan omwille van de transparantie.
Aanvullende nazorg
Met de klant kan uiteraard wél worden afgesproken dat de adviseur meer doet dan alleen voldoen aan zijn minimaal wettelijk voorgeschreven verplichtingen. De Geschillencommissie noemt dit de aanvullende nazorg. Een serviceabonnement dat ziet op dergelijke werkzaamheden kan door de adviseur in overleg met de klant in veel vormen en tegen een passende vergoeding worden gegoten. Denk hierbij aan het bieden van hulp bij het invullen van de IB-aangifte of het jaarlijks bezoeken van de klant, et cetera. Zo’n aanvullende overeenkomst is wel door beide partijen op te zeggen of gedurende de looptijd nog te wijzigen.
Verschenen op am:web
Ik stel de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal
Due Diligence Onderzoek (DDO)
Onderhandelen
Contracten opstellen
Dekkingsgeschillen
Aansprakelijkheidskwesties
Aandeelhoudersgeschillen
Advies Wft / Bgfo
Vergunning
Beheerst beloningsbeleid
Opstellen overeenkomsten
Beoordelen (polis) voorwaarden
Herschrijven voorwaarden op B1-niveau
in de financiële branche
bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille
gericht op het intermediair
bij geschillen tussen diverse partijen