20-06-2017
De Commissie van Beroep van Kifid heeft vorige week de veel besproken ’10%-uitspraak’ van de Geschillencommissie teruggedraaid. De verzekeraar mag de premie op de contractvervaldatum verhogen. De klant moet daarover dan wel voorafgaand duidelijk geïnformeerd worden. Het oordeel van de Commissie van Beroep lijkt mij juist. Een korte toelichting.
Het kan zijn dat de verzekeraar de premie en of de voorwaarden van de verzekering wenst aan te passen. Bijvoorbeeld omdat de schadelast in het afgelopen jaar daar aanleiding toe geeft. Of omdat de AFM of DNB nadere regels stellen, zoals aan de premiehoogte in verhouding tot de uitstaande risico’s. Dan mag de verzekeraar dit op de contractvervaldatum doen als zij dit in de polisvoorwaarden zo heeft afgesproken met de verzekeringnemer. De ‘Gedragscode geïnformeerde verlenging’ van het Verbond schrijft daarbij wel voor dat de verzekeraar de verzekeringnemer hierover tijdig ‘in duidelijke en eenvoudige bewoordingen’ informeert. Als de verzekeringnemer zich niet kan vinden in de aangepaste premie of de aangepaste voorwaarden, dan mag hij de verzekeringsovereenkomst op ieder gewenst moment opzeggen en overstappen naar een andere verzekeraar. Daarmee wordt de verzekeringnemer voldoende beschermd tegen een voornemen van de verzekeraar om de verzekeringsovereenkomst te wijzigen.
De uitspraak van de Commissie van Beroep bevat dus niet echt nieuws onder de zon. Wel wordt daarmee het eerder gegeven oordeel van de Geschillencommissie teruggedraaid. Dat lijkt mij terecht. Want in die uitspraak had de Geschillencommissie kennelijk een doelredenering voor ogen, te weten dat deze verzekeringnemer tegen de door de verzekeraar aangekondigde premieverhoging beschermd moest worden. Maar volgens de Commissie van Beroep was dat oordeel zowel juridisch onjuist als feitelijk overbodig. Want een forse verhoging van de premie is niet aan te merken als het doen van een nieuw aanbod voor een verzekeringsovereenkomst, maar het gebruik maken van de bevoegdheid die de lopende verzekeringsovereenkomst biedt. Bovendien is de gekozen grens van 10% uit de lucht gegrepen en zal dit in de praktijk juist tot rechtsonzekerheid en onvoorspelbaarheid leiden (is een premieverhoging van 9,99% dan wel ‘toegestaan’?).
Het belang van de uitspraak van de Commissie van Beroep volgt volgens mij met name uit het feit dat het huidige systeem van de wet, de polisvoorwaarden en de Gedragscode aan verzekeringnemers, zoals hiervoor al aangegeven, al voldoende bescherming biedt. Daarmee is de door de Geschillencommissie in de uitspraak gekozen constructie overbodig. Ook de verzekeringnemers die geen uitwijkmogelijkheid hebben naar een andere verzekeraar zijn niet geheel onbeschermd. Dit kan het geval zijn als het te verzekeren risico (of de verzekeringnemer zelf) enigszins buiten de gebaande paden ligt. Als de verzekeringnemer in voldoende mate aantoont dat sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden, kan een premieverhoging er namelijk toe leiden dat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De ‘redelijkheid en billijkheid’ vormen dus nog een extra bescherming voor de verzekeringnemer die dreigt tussen wal en schip te vallen.
Klik hier om het blog te lezen zoals het is verschenen op am:web
Ik stel de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal
Due Diligence Onderzoek (DDO)
Onderhandelen
Contracten opstellen
Dekkingsgeschillen
Aansprakelijkheidskwesties
Aandeelhoudersgeschillen
Advies Wft / Bgfo
Vergunning
Beheerst beloningsbeleid
Opstellen overeenkomsten
Beoordelen (polis) voorwaarden
Herschrijven voorwaarden op B1-niveau
in de financiële branche
bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille
gericht op het intermediair
bij geschillen tussen diverse partijen