15-05-2023
X heeft twee broers. Alle drie de broers hebben een arbeidsongeschiktheidsverzekering gesloten bij de Goudse. X en zijn ene broer hebben als verzekerd beroep transportondernemer opgegeven. En de andere broer heeft als verzekerd beroep chauffeur opgegeven. Nadat de verzekeringen al sinds 2004 respectievelijk 2007 liepen, heeft X in 2021 bij de Goudse om uitleg gevraagd waarom er een premieverschil zit tussen enerzijds de polissen van X en zijn ene broer en anderzijds de polis van de derde broer.
Hoewel de Goudse hierover schriftelijk uitleg heeft gegeven aan X, handhaaft X zijn verwijt dat hij jarenlang meer premie heeft moeten betalen voor dezelfde verzekering als zijn broer. X vordert dan ook bij de geschillencommissie de te veel betaalde premie over enkele jaren terug. De geschillencommissie gaat hier echter niet in mee.
Volgens de geschillencommissie biedt de wet aan partijen veel vrijheid bij het sluiten van een overeenkomst. Tussen X en de Goudse is een geldige overeenkomst tot stand gekomen. Er is sprake geweest van aanbod en aanvaarding en de Goudse is daarbij transparant geweest over de te betalen premie. Hierbij speelt het volgens de geschillencommissie geen rol welke premie de Goudse aan andere verzekeringnemers in rekening brengt. Dit onderscheid in premie is alleen relevant als de verzekeringen exact gelijk zijn en de verzekeraar geen goede reden kan geven voor het verschil in premie.
De geschillencommissie stelt echter vast dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering van X en zijn broer nogal verschilt met die van hun beider andere broer. X en zijn broer hebben een sommenverzekering terwijl de derde broer een schadeverzekering. De geschillencommissie stelt tevens vast dat er een verschil zit in risico-klasse, de leeftijden van de broers, het verzekerd beroep en de ingangsdatum van de polissen. Volgens de geschillencommissie rechtvaardigen deze omstandigheden het verschil tussen de diverse polissen. De geschillencommissie wijst X er tevens op dat de Goudse niet de plicht heeft om X er tussentijds op te wijzen dat er mogelijk een goedkopere verzekeringsvariant te sluiten is. Dit kan mogelijk anders zijn als X hier specifiek naar gevraagd zou hebben, hetgeen niet het geval is.
De geschillencommissie komt daarmee tot het oordeel dat de Goudse voor de broers een andere premie mocht berekenen. En dat zij dus ook niet gehouden was om X te informeren dat er een voordeliger verzekering beschikbaar was. De slotsom is dat de vordering van X bij niet-bindend advies wordt afgewezen.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2023-0133, d.d. 15 februari 2023
Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel nr. 923 | april 2023
Lees hier het artikel zoals het is gepubliceerd op Platform Flink
Ik stel de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal
Due Diligence Onderzoek (DDO)
Onderhandelen
Contracten opstellen
Dekkingsgeschillen
Aansprakelijkheidskwesties
Aandeelhoudersgeschillen
Advies Wft / Bgfo
Vergunning
Beheerst beloningsbeleid
Opstellen overeenkomsten
Beoordelen (polis) voorwaarden
Herschrijven voorwaarden op B1-niveau
in de financiële branche
bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille
gericht op het intermediair
bij geschillen tussen diverse partijen