02-03-2015
Afgelopen vrijdag was er op deze site aandacht voor een Kifid-uitspraak over een adviseur die de voorwaarden voor zijn dienstverlening wilde wijzigen. Die uitspraak is op zich niet verrassend, maar de zaak zelf roept wel interessante vervolgvragen op. Met name: is er nog iemand gehouden om de zorgplicht voor de klant te vervullen, wanneer de adviseur dat niet meer wil doen? En kan een adviseur een klant dwingen om zijn polissen over te dragen aan een derde?
Tussen de adviseur en de klant was in dit geval (zoals zo vaak) sprake van een mondeling gesloten overeenkomst van opdracht voor onbepaalde tijd. In de Multisafe uitspraak heeft de rechtbank bevestigd dat als de adviseur andere voorwaarden voor zijn dienstverlening wil hanteren, hij die overeenkomst kan opzeggen en een nieuw voorstel kan doen aan de klant. De adviseur kan de voorwaarden niet eenzijdig wijzigen. De klant moet wel instemmen met het nieuwe voorstel.
Het is vervolgens een interessant punt wat er met de klant gebeurt, als hij niet instemt met het nieuwe voorstel. Dan kan er een botsing ontstaan tussen publiek recht en civiel recht.
Civielrechtelijk eindigt door de opzegging de overeenkomst van opdracht met de klant. De adviseur heeft vanaf dat moment civielrechtelijk geen zorgplicht meer voor de klant. En hij hoeft de klant niet meer te bedienen. Het is wel verstandig dat de adviseur dat schriftelijk aan de klant bevestigt met verwijzing naar de gevolgen die dat kan hebben. De klant zal vervolgens op zoek moeten naar een andere adviseur. Of de verzekeraar vragen om de post in eigen beheer te nemen. Er zijn verzekeraars die daartoe bereid zijn. Maar de verzekeraar is niet verplicht om aan een dergelijk verzoek mee te werken. Die heeft er immers bewust voor gekozen om een product te verkopen met intermediaire bediening en is niet verplicht om de rol en de zorgplicht van de adviseur over te nemen.
Als de klant verzoekt om intermediairswijziging, is de kous daarmee af. Maar als de klant zijn verzekering niet wil overvoeren naar een andere adviseur (of naar de kantoorportefeuille van de verzekeraar), dan blijft de verzekering publiekrechtelijk wel tot de portefeuille van de oude adviseur behoren. In dat geval blijft deze gehouden om de publiekrechtelijke Wft verplichtingen na te leven, zoals het informeren over wezenlijke wijzigingen in product of wetgeving. Dat is wel een manco in de huidige regelgeving. Je kunt namelijk publiekrechtelijk niet op eigen initiatief van een klant af. De Wft eist daarvoor de instemming van de klant. De bepalingen over het portefeuillerecht, die geschreven zijn ter bescherming van de belangen van de adviseur, vormen in deze situatie dus juist een hinderlijke blokkade.
In de praktijk zal vaak voldoende zijn dat de klant erop gewezen wordt dat hij geen enkele aanspraak meer heeft op advies en dat niemand bewaakt of het product nog passend is. Dat zou voldoende prikkel moeten zijn om over te stappen naar een andere adviseur. Maar voor de zekerheid is aan te raden om in een schriftelijke overeenkomst met de klant op te nemen dat hij verplicht is om zijn verzekeringen over te laten dragen aan een andere adviseur, wanneer de samenwerking eindigt.
Dit blog is gepubliceerd om am:web
Ik stel de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal
Due Diligence Onderzoek (DDO)
Onderhandelen
Contracten opstellen
Dekkingsgeschillen
Aansprakelijkheidskwesties
Aandeelhoudersgeschillen
Advies Wft / Bgfo
Vergunning
Beheerst beloningsbeleid
Opstellen overeenkomsten
Beoordelen (polis) voorwaarden
Herschrijven voorwaarden op B1-niveau
in de financiële branche
bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille
gericht op het intermediair
bij geschillen tussen diverse partijen