20-06-2022
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2022-0327 d.d. 21 april 2022
X is eigenaar van een woning. In deze woning is X bezig met een verbouwing. Op een kwade ochtend in oktober stormt het. Als gevolg van deze storm is het glas uit het dakraam van de woning gesprongen. Diezelfde ochtend zou er een betonnen vloer gestort worden en wel precies op de plaats gelegen onder het gesprongen dakraam. De betonwagen met het beton stond al draaiend voor de deur te wachten.
Er kon echter niet gestort worden omdat het regende en het water naar binnen sloeg. Er was die ochtend geen glaszetter beschikbaar die een (nood)raam kon plaatsen. Het beton in de betonwagen was maar voor een periode van ongeveer drie uur beschikbaar. Langer uitstel kon niet geduld worden omdat het beton anders zou verharden met schade aan de betonwagen als gevolg. Er resteerde X dan ook niet anders dan de betonwagen heen te zenden en deze op een later moment nogmaals te laten terugkomen met vers beton. Deze actie leverde voor X een schadepost van ruim € 6.000,- op.
X doet een beroep op zijn opstalverzekering bij Ohra. Volgens X was er sprake van materiele schade als gevolg van het cancelen van de betonlevering. Als er immers niet gecanceld was, dan was er schade ontstaan aan de betonwagen en dit is schade aan een zaak, aldus X. Ohra bestrijdt dit en stelt dat er geen materiele schade aan het woonhuis is ontstaan als gevolg van het niet kunnen storten van het beton.
De geschillencommissie is het met het standpunt van Ohra eens. Volgens de geschillencommissie staat het de verzekeraar vrij om zelf de grenzen van de dekking aan te geven. Uit de polisvoorwaarden volgt dat er slechts dekking is voor materiele schade aan het woonhuis. Daarvan is hier geen sprake. De schade die X namelijk vordert, valt onder het begrip zuivere vermogensschade. Dergelijke schade valt niet onder het bereik van de dekking van deze opstalverzekering.
Het beroep van Ohra op het ontbreken van dekking is volgens de geschillencommissie evenmin naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Want X heeft nagelaten om daarvoor voldoende argumenten aan te voeren. De conclusie van de geschillencommissie is dan ook dat de vordering van X bij niet-bindend advies wordt afgewezen.
Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel nr. 915 | juni 2022
Lees hier het artikel zoals het is gepubliceerd op Platform Flink
Ik stel de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal
Due Diligence Onderzoek (DDO)
Onderhandelen
Contracten opstellen
Dekkingsgeschillen
Aansprakelijkheidskwesties
Aandeelhoudersgeschillen
Advies Wft / Bgfo
Vergunning
Beheerst beloningsbeleid
Opstellen overeenkomsten
Beoordelen (polis) voorwaarden
Herschrijven voorwaarden op B1-niveau
in de financiële branche
bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille
gericht op het intermediair
bij geschillen tussen diverse partijen